Ieder ecosysteem heeft een geografisch zwaartepunt. Plaatsen als Menlo Park, Mountain View en Palo Alto in Silicon Valley en Eindhoven en Veldhoven in Brainport bijvoorbeeld zijn bovengemiddeld belangrijk voor de ontwikkeling van deze innovatieve topregio’s. Met name vanuit het perspectief van bedrijven is de vraag wat nu de grenzen zijn van zo’n gebied doorgaans niet van belang voor hun activiteiten. De discussie over de geografische reikwijdte lijkt dan misschien triviaal, maar is het niet.
Voor overheden zijn geografische grenzen namelijk wél belangrijk. Immers, zeker in Europa, zijn zij vaak betrokken bij de financiering van supportorganisaties, zoals clusterorganisaties en ontwikkelingsmaatschappijen. Met name regionale overheden dragen in veel gevallen direct bij aan de begroting van de organisaties. Dit impliceert per definitie dat verantwoord zal moeten worden waar dat geld naar toe gaat en derhalve wat de effecten hiervan zijn op het betreffende gebied.
Dit verantwoordingsmechanisme staat regelmatig op gespannen voet met de reikwijdte van de werkzaamheden van de betrokken organisaties zelf. Zeker activiteiten op het terrein van innovatie later zich niet beteugelen door regionale of zelfs landsgrenzen. Sterker nog, iedere poging om activiteiten voorbij een geografisch gebied in te perken vermindert de overlevingskans van een ecosysteem op de langere termijn.
Een mooi voorbeeld van regio-overstijgende verbindingen vormt de relatie tussen het Stanford ecosysteem en dat rond UC Davis. Stanford, gevestigd in het hart van Silicon Valley, was vanuit haar historie nauwelijks actief rond oplossingen voor ons voedselsysteem. Dit in tegenstelling tot UC Davis, zo’n 100 mijl van Palo Alto vandaan. UC Davis is al jarenlang één van de toonaangevende kennisinstellingen op dit terrein wereldwijd. In de afgelopen jaren is de interesse van startups, investeerders en onderzoekers rond Stanford echter sterk toegenomen. De bijdragen vanuit Silicon Valley aan innovatie van voedselsystemen zijn in de meeste gevallen complementair aan de oplossingen die het UC Davis-systeem voortbrengt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan sensor en imaging technologieën en big data oplossingen.
Voorts hebben veel maatschappelijke problemen, zeker ook als het ons voedselsysteem betreft, in de kern een mondiaal karakter. Dit gegeven vraagt om gebiedsoverschrijdende verbindingen. De vraag is uiteraard hoe om te gaan met de beperkingen die (overheids)financiers hier -om wellicht begrijpelijke redenen- aan opleggen? Het mag in de eerste plaats duidelijk zijn dat er politieke moed nodig is om uit te leggen dat de eigen regio beter zal floreren naarmate er meer verbindingen met elders worden gelegd. Support organisaties kunnen daarbij zeker behulpzaam zijn. Niet alleen door systematisch bij te houden welke succesvolle grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden met regionale spelers worden aangegaan, maar ook door hier regelmatig over te communiceren. Maar ook door te benadrukken dat een goed vestigingsklimaat in de eigen regio van het grootste belang is voor de bloei van dat ecosysteem. Alleen dan zal de angst bij lokale bestuurders voor vervreemding van het ecosysteem van de eigen regio worden ingedamd.