Samenwerken tussen partijen met verschillende opdrachten is altijd ingewikkeld. Vaak wordt dit toegeschreven aan belangenconflicten tussen partners die, zeker als het spannend wordt, aan de oppervlakte komen. Dit is ongetwijfeld regelmatig het geval. Toch is dat niet de enige verklaring waarom er wrijving binnen samenwerkingsverbanden ontstaat. Mijn stelling is dat een andere, vaak onderschatte, complicerende factor te maken heeft met het taalgebruik. Regelmatig ontstaat er onduidelijkheid over begrippen die partners hanteren als ze een samenwerkingsverband proberen te smeden. Hierdoor is de boodschap die men naar elkaar afgeeft ook vaak abracadabra, kortom is er sprake van Babylonische spraakverwarring.
Babylonische spraakverwarring komt op grote schaal voor in de wereld van de ecosystemen waar partijen, ieder met hun eigen achtergrond en taalgebruik, op zoek zijn naar nieuwe partnerships. Een illustratie hiervan is het gebruik van begrippen als gouden driehoek, de drie of vier “O’s”, de triple helix of, erger nog, de quadruple helix. Bijzonder populaire uitdrukkingen die veelvuldig gebezigd worden binnen allerlei gremia. De kans is helaas groot dat niet iedereen hier hetzelfde onder verstaat. Een nadere omschrijving als ‘overheid, bedrijfsleven en onderwijs (eventueel aangevuld met burgers) aan één tafel’ geeft weinig inzicht in wat er nu écht wordt bedoeld en kan dan ook leiden tot verschillende verwachtingen. Bezwaarlijker is dat het gebruik van triple-helix achtige termen de suggestie kan wekken dat er sprake is van één gemeenschappelijke visie van partijen. Natuurlijk dient er aan ieder samenwerkingsverband een gemeenschappelijke ambitie ten grondslag te liggen. Dit mag echter nooit verhullen welke (andere) doelen de partijen uit de verschillende bloedgroepen nastreven. “What’s in it for them” mag nooit uit het oog worden verloren.
Idealiter vermijden we zoveel mogelijk termen die tot verwarring kunnen leiden. Helaas blijken deze verhullende woorden moeilijk uit te bannen. De oplossing? Durf elkaar te bevragen op wat de ander precies bedoelt als dergelijk jargon wordt gebruikt. Voorts bieden organisaties uit verschillende Europese landen (bijvoorbeeld in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk) opleidingen aan op het terrein van ecosystemen en clusterontwikkeling. Een belangrijke bijvangst van deze trainingen is dat de deelnemers dezelfde betekenis aan woorden gaan toekennen.
Nog belangrijker is het om, behalve gemeenschappelijke ambities, ook de verwachtingen die deelnemende partijen individueel hebben expliciet te benoemen. Het is immers volstrekt logisch dat iedereen ook eigen doelstellingen nastreeft in een consortium. Deze aan de voorkant benoemen voorkomt Babylonische spraakverwarring en frustratie in een latere fase.